Jos pastoraat

Pastoraat in de Bijlmer

Dat Jos regelmatig met de Bijbelbus in de Bijlmer staat en meerdere Bijbelstudiekringen leidt, is inmiddels wel bekend. Dat Jos veel tijd besteedt aan pastoraat is wellicht wat minder bekend. Hoog tijd dus om dit onderwerp aan de orde te stellen.

Interview met Jos van der Hoog. 

Dag Jos, welke pastorale vragen krijg je zoal vanuit de Bijlmer? 
De pastorale vragen die ik krijg zijn zeer divers. Veel vragen gaan over praktische en financiële hulp. De meeste mensen in de Bijlmer leven met de dag en vragen om financiële en praktische steun als het op dat moment even niet lukt. Uiteraard proberen we hier waar nodig te helpen en worden er bijv. nieuwe schoenen gekocht of een tas boodschappen gehaald. Meestal verwijs ik echter naar de hulpinstanties die er zijn. 

Op dit moment begeleid ik meerdere jonge mensen die voor het eerst de Bijbel lezen. Zij komen met vragen als:

  • Hoe kun je bidden?
  • Kun je hardop bidden, maar dan hoort de duivel het dus ook?
  • Mag ik op zondag mijn huis schoonmaken?
  • Wanneer kan ik gedoopt worden?
  • Hoe kan ik de Heere Jezus leren kennen? Hoe heb ik deel aan Zijn volbrachte werk?

In hoeverre houdt je rekening met de (culturele of godsdienstige) achtergrond? Kun je hier een voorbeeld van geven?
De pastorale vragen die op me afkomen zijn heel divers, zoals ik al aangaf. Bij elke vraag is het ontzettend belangrijk om de persoon en de achtergrond te kennen. In gesprek met de diverse culturele achtergronden merk je dat mensen zo anders denken dan wij. Het is dus heel belangrijk om na te gaan of je het wel over hetzelfde hebt. Wat voor beeld heeft iemand bijvoorbeeld bij bidden? Is dat bidden in een tempel, voor een huisaltaar of met een rozenkrans? Of op de manier zoals de Bijbel het leert; in de binnenkamer? 

Wij zijn in onze gemeenten gewend dat er 1 keer in het jaar een wijkouderling met een medebroeder langs komt. Dit kennen ze in de Bijlmer niet. De mensen krijgen weinig bezoek aan huis. Het is daarom best bijzonder dat er veel adressen zijn waar ik van harte welkom ben. 

Ik doe geregeld aan fietspastoraat. Ik fiets dan rond in de Bijlmer en spreek bekenden aan die ik tegenkom. Ook zoek ik zo de heroïneverslaafden in de Bijlmer op. Met de verslaafden in het Nelson Mandelapark heb ik goede gesprekken. 

Komen de mensen met hun pastorale vragen bij jou of signaleer jij een probleem en bied je pastorale begeleiding aan? 
Beide. Als mensen je vertrouwen, delen ze vaak een groot deel van hun leven. Ik ga er inmiddels, door pastorale ervaring wijs geworden, vanuit dat alle vrouwen in de Bijlmer misbruikt zijn. Seksueel misbruik van zowel mannen als vrouwen is een groot probleem in de Bijlmer. 
Mede daarom ben ik zeer terughoudend in het bezoek van alleenstaande vrouwen. Met hen spreek ik af om elkaar op straat, in de bibliotheek of in een kerkruimte te ontmoeten. 

Wat is je in de afgelopen jaren bijgebleven vanuit de pastorale praktijk?
Veel! Een greep;

  • De voorganger van een gemeente die ziek op bed lag. Vele jaren was hij voorganger geweest en had hij in de Naam van de Heere Jezus mensen genezen. Nu was hij zelf ziek en was hij zijn geloof kwijt. Hij kon het gewoon niet begrijpen dat hij lijden moest.
  • Betty die ernstig ziek op bed lag, maar vol verlangen uitzag naar het moment dat ze de Heere Jezus zou ontmoeten.
  • De man tussen de drugsnaalden die zei; "Mijn leven heb ik vergooid, mijn relaties verpest, mijn kinderen tekort gedaan… Weet je wat zo'n wonder is, Jos? Dat degenen die alles verprutsen, zulke nietsnutten als ik ben, toch welkom zijn bij de Heere Jezus”.
  • De vrouw die zei: ”Vannacht had ik geen plek om te slapen, vanmorgen had ik geen ontbijt. Ik heb er God voor gedankt, gedankt voor wat ik niet had, God zal er vast een goede reden voor gehad hebben. Moet je dit eens zien Jos, 12 jaar geleden kreeg ik dit Bijbeltje en zo ben ik tot de Heere gekomen, of beter gezegd, heeft Hij mij opgezocht.”
  • De man die aangaf: “Jos, jij bent de eerste die me opzoekt, sinds ik hier woon.” Ik gaf aan: “Dan hoop ik dat u hier nog maar kort woont.” “Nee”, zei de man, “sinds 1983 woon ik al hier.”
  • De man die aangaf: “Nu kom ik al 10 jaar bij de Bijbelbus, ik wil je bedanken voor alle hulp. Ik heb God gedankt dat D66 het voor elkaar heeft gekregen dat ik nu euthanasie kan plegen. Volgende week ben ik er niet meer”. Aangrijpend.

Zo nog kan ik nog wel 100 voorbeelden noemen.

Wat heb je moeten (af-)leren?
Om pastoraat te bedrijven op de manier zoals we in onze kerken gewend zijn. Ik zoek de mensen op waar ze zijn en zit bijvoorbeeld onder een conifeer tussen de drugsnaalden, met verslaafden te bidden, of zoek iemand op zijn werk op, of waar dan ook. Onlangs heb ik nog met iemand gordijnen opgehangen en ondertussen spraken we over de meest belangrijke zaken in het leven: het geloof in de Heere Jezus Christus.

Het is ook de opdracht om uit te gaan “in de heggen en de steggen”!

Hoe ga je zelf met al die pastorale nood om? Wat doet het met je? Kun je sparren met iemand?
De pastorale nood kan en mag ik overlaten aan God Die alles in Zijn hand heeft. Ik kan wel sparren met diverse ervaren predikanten, maar ik merk dat de manier zoals het pastoraat in de Bijlmer vorm krijgt grotendeels onbekend is. 

Bedankt Jos voor dit interview. We hopen dat het aantal uren dat je in de Bijlmer werkzaam bent snel kan worden uitgebreid om zo ook het vele pastorale werk wat op je af komt, kunt te blijven doen.
We wensen je van harte Gods Zegen toe!